VAN MONOCULTUUR NAAR BIODIVERSITEIT

Het huidige landschap ziet er typisch Hollands uit en weidegang van koeien wordt gestimuleerd om dit nog te benadrukken. Echter is er ook een ecologische druk op dat landschap met de bemesting en eentonige begroeiing. Er sprake van een gras en/of mais monocultuur ten behoeve van de melkveehouderij.Zoals Roderick Groen, senior adviseur ecologie & natuurwetgeving Arcadis Nederland, in FD stelt:‘..Ecologisch bezien is in veel landbouwgebieden in Nederland al lang sprake van een industrielandschap. Op veel plekken stuit je op ‘groene leegte’ — honderden hectaren aaneengesloten grasland, gemaaid voordat het eerste kievitsjong is uitgevlogen. Waar het ooit tierde en gonsde van het leven, is het nu stil. Het gras kleurt groen, maar voor biodiversiteit hoef je er niet te komen.’
Terreinen met zonnepanelen bieden een kans voor het doorbreken van de monocultuur en het voeden van meer biodiversiteit en verbetering van de insectenstand.
Op dit moment is het merendeel van de zonnepark ontwikkeling op dit doel gericht. Grond wordt door een boer verpacht om vervolgens ingezaaid met bloemen en kruiden voor jaren zonder bemesting te ontwikkelen en op veel plekken in combinatie met beweiding door schapen. Maar denk daarnaast ook aan paddenpoelen, bijen/insectenkasten, struweelhagen, kruiden- en bloemenlinten, zwaluwwanden en ook waterberging middels natuurlijke oevers en plas-drasstroken.
Wij durven anders te denken
MAXIMAAL VERSUS MINIMAAL GRONDBESLAG
In Nederland zijn in de afgelopen jaren veel zogenaamde Oost/West opstelling zonneparken gerealiseerd. Hierbij wordt feitelijk het hele land overdekt en is bijna geen lichtdoorlating naar de ondergrond. Dit leidt dan ook tot een verarming van de grond.
Op dit moment komt ook steeds meer de combinatie van agrarisch bedrijf en zonnepanelen opstellingen naar voren. Dit wordt mogelijk omdat zonnepanelen steeds beter in hun prestatie en toepasbaarheid worden. Met zogenaamde bifacial zonnepanelen (werking aan beide zijden van het paneel) kun je bijvoorbeeld een verticaal geplaatst systeem
 bouwen. Dit neemt dan nauwelijks grond in beslag (5% van de ruimte) en kan de agrarische activiteit voortgezet worden tussen de rijen zonnepanelen. Maar er kan natuurlijk ook gewoon nog gras voor de melkveehouderij geproduceerd worden.
De boer blijft beheerder van de grond en biedt minimale ruimte aan energie productie voor een maximaal resultaat. Hierbij kan de melkveehouder ook de grond blijven bemesten. RVO geeft aan dat in deze gevallen de fosfaat- en betalingsrechten naar rato behouden blijven.
Deze ontwikkeling kan ook mooi combineren met precisielandbouw en verdergaande mechanisatie en robotisering.
 
Wij durven anders te denken
  Bij deze huidige soorten van zonneparken wordt veelal de grond en daarmee het boerenbedrijf (deels) opgegeven om plaats te maken voor het zonnepark.
Dit is waar de essentie ligt van de wensen van partijen als LTO Nederland dat de kostbare, vruchtbare grond niet moet worden opgegeven voor een elektrisch gewas (zonnepark). Met deze oplossing sluit de een de ander niet uit.
De verticale zonnepanelen bieden de beste oplossing voor een aanvulling op de inkomsten. Je voegt opbrengsten toe door de plaatsing van deze zonnepanelen en je behoudt de opbrengsten voor 95% uit de productie van gras en rechten.